We hebben de wind- en regenmeters opzettelijk gescheiden vanwege praktische overwegingen. De optimale locaties voor de twee instrumenten verschillen afhankelijk van de gewenste gegevens.
Om de Raincrop op te zetten, moet je een locatie vinden met minimale wind waar je het station waterpas kunt positioneren.
Voor de Windcrop moeten ze gebieden zoeken die extreme windsnelheden reflecteren, zoals heuvels en valleien, of in de buurt zijn van gevoelige zones zoals vochtige gebieden of waterbronnen. Dit stelt hen in staat om het risico op pesticidenverspreiding tijdens het spuiten te schatten.
De reden voor twee afzonderlijke stations voor de regen- en de windmeter is dus, om zo goed mogelijk te kunnen voldoen aan de behoeften van de boer en hem of haar wat flexibiliteit te bieden zodat ze eigen keuzes kunnen maken. Bovendien is het op deze manier eenvoudiger om het materiaal te verplaatsen, mocht men dit wensen.