Om uw irrigatie te regelen, moet u rekening houden met de neerslag, de vochtigheid en de windsnelheid. Daarom moet er een Windcrop en een Raincrop in de buurt staan.
Vereisten
De locatie van het station is van fundamenteel belang om de betrouwbaarheid van de verzamelde gegevens te garanderen. Er moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
Plaats het station op een vlakke, open plaats zonder obstructies en zonder schaduw.
Uw regen- en windstations moeten ten minste 2 meter uit elkaar staan om schaduw of interferentie met de metingen te vermijden.
De regenmeter moet op een hoogte van ongeveer 1,5 m worden geplaatst.
De stations moeten zich op ten minste 10 maal de hoogte van het dichtstbijzijnde obstakel bevinden.
Controleer of de Windcrop naar het noorden is gericht.
Plaats de Solarcrop naar het zuiden op de Windcrop mast.
⚠️ Controleer of de Solarcrop waterpas staat met behulp van de ingebouwde waterpas.
Een onjuiste kanteling van de sensor zal leiden tot onnauwkeurige of vervalste gegevens.
Video
Heb je nog vragen?
Als je nog vragen hebt over je installatie, zijn we er om je te helpen.
Bron:
WORLD METEOROLOGICAL ORGANIZATION (WMO), 2018. Guide to Instruments and Methods of Observation. ISBN 978-92-63-10008-5.